top of page

De zwarte zwaan


De essentie van de ballerina: deel 2


Eerst een woordje over een diepe eer die ik heb gehad. Ik werd opgeleid in het klassiek ballet tijdens mijn jongste jaren in Machelen, en daarna in Vilvoorde. De balletschool in Vilvoorde kon geen beter toonbeeld zijn van nederigheid en verbinding met de pure stiel van de danswereld. Enkel het hoogstnodige was aanwezig maar dat was er wel, en hoé. De dame die de school had opgericht was een balletdanseres pur sang, met een balletattitude waar je alleen maar respect voor kon hebben. Ze was bijzonder streng maar ook warmhartig. Haar lach klonk rauw maar kwam van diep. Op een gegeven moment kwam er nog een ander bijzonder wezen binnen wandelen. Zij zou mijn hoofdlerares worden de komende jaren. Haar aanwezigheid in zo’n klein schooltje, amper zichtbaar in een zijstraat in Vilvoorde, is tot op de dag van vandaag nog steeds moeilijk te bevatten. Deze dame, van oorsprong Japans, droeg de op één na hoogste ‘rang’ in het wereldwijde netwerk van het klassiek ballet. Ze was een sterdanseres - zoals ze dat zeggen - en was opgeleid door Maurice Béjart, die op zijn beurt een van de voornaamste choreografen, balletleraren en dansers was in de internationale balletwereld van zijn tijd. Hoe deze Japanse danseres van formaat in ons schooltje in Vilvoorde belandde, was met andere woorden een groot raadsel. Zelfs vandaag denk ik eraan terug met verbazing, onbegrip, dankbaarheid en verwondering. Het was een enorme eer om van zo dichtbij van deze vrouw te mogen leren, alsook van de oprichtster van de school.

Ik geloof dat ik veel heb geleerd van de innerlijke kwaliteiten van het ballerina-zijn, waar ik het in deel 1 over had, door het nauw observeren van alles wat er doorheen het lichaam wordt uitgestraald - en dat is heel wat. Over een vorming gesproken. Het heeft me dan geen ‘titel’ opgeleverd, maar wat was het een geschenk om te mogen ontvangen en te laten verder leven. Bezieling én lichamelijkheid.




Dat brengt me bij een moeilijk stuk van mijn persoonlijke beleving, niet alleen in de balletzaal met vele spiegels, maar ook daarbuiten. Het lichaam.

Ik word daarbij vervoerd naar het Zwanenmeer. De muziek voor dit uitzonderlijke kunstwerk werd gecomponeerd door Tchaikovsky, die ik overigens een schitterend componist vind.

Het Zwanenmeer, een van de grootste meesterwerken in de balletwereld, vertelt een bijzonder verhaal. Hoewel de uitvoering doorheen de jaren in verschillende versies is gebracht, is de zwarte zwaan een begrip geworden. Ik laat haar hier - meer dan wat dan ook - een metafoor zijn, los van haar exacte betekenis in het ballet. De metafoor van de witte zwaan en de zwarte zwaan kan op verschillende manieren bij ons aansluiten als mensen en voelende wezens. In deze context laat ik de zwarte zwaan haar gevecht met het donker uiten.

Ik heb me lange tijd geïdentificeerd met de zwarte zwaan.

Het punt waarop ik doelbewust onvoldoende at. Enerzijds omdat ik niet wilde, anderzijds omdat ik amper iets binnen kreeg in mijn lichaam. Het voelde niet goed. Eigenlijk was het niet datgene wat binnen kwam waar ik een probleem mee had. Het eten was zuiver symbolisch. Waar het om ging was dat er in mijn lichaam van alles leefde dat ik niet ‘verteerde’. Er leefden eisen aan mezelf, een diepe negativiteit naar mezelf toe en allerhande sensaties die ik maar niet kon verdragen. In mijn lichaam zijn voelde extreem onveilig. Mijn voeding controleren gaf rust. Tegelijk gaf het ook verslaving. Verslaving aan niet eten, op een bepaalde manier eten, op bepaalde

Het diende ‘bepaald’ te worden. Het kon niet stromen. Het was niet organisch of spontaan. Het moest op een zekere manier. Dat ‘verzekerde’ mij van ‘veiligheid’. Althans, van een gevoel van veiligheid. Dit was natuurlijk tijdelijk, daarom moest ik hier voor lange tijd mee doorgaan en moest ik het ook elke dag opnieuw doen, en verschillende keren per dag.

Ik herinner me het gevecht met de spiegel. Met mijn gewicht. Ik herinner me het spiegelwerk, in groepstherapie met andere jonge vrouwen.

Ik associeer mijn uitdagingen met mijn lichaam, voeding en gewicht - die zich doorheen mijn leven op verschillende momenten op verschillende manieren hebben geuit - niet met expliciete eisen die werden gesteld in de context van het ballet. Ik ervaar geen causaal verband tussen klassiek ballet en de schaduw die ik aanhaal - al is er mogelijks voor andere balletdansers wel een duidelijke link.

Voor mij is het eerder een web aan ervaringen, indrukken en sensaties die in een soort synergie iets lieten ontstaan dat me niet verder hielp - al was dat tijdelijk wel zo: het vermogen om te controleren.



Er was een vreemd moment van illuminatie.

De zwarte zwaan werd even wit.

Er was een moment waarop ik voor de spiegel stond. Ik stond heel veel momenten voor de spiegel, maar dit ogenblik herinner ik me nog behoorlijk goed.

Aan dit moment was er namelijk iets opmerkelijks, iets anders, want in een oogwenk veranderde mijn perceptie. Mijn visie veranderde voor even, hoewel ik met dezelfde fysieke ogen stond te kijken. Ik knipperde met mijn ogen want wat ik zag in de spiegel, had ik nog niet eerder gezien.

Ineens zag ik een vrouw staan die angstaanjagend mager was. Op bepaalde plaatsen had ze iets weg van een skelet. Het was verontrustend. Ik schrok en door mijn hoofd flitste de vraag: ‘Is dit hoe ik ik er echt uitzie?’. Ik probeerde te bevatten wat ik zag maar kreeg hiervoor weinig tijd. Nog geen drie seconden later veranderde mijn perceptie terug naar mijn oorspronkelijke visie. Wat hier juist gebeurde, weet ik niet. Misschien probeerde de witte zwaan even door te breken. Hoe dan ook was enig vleugje van helderheid van korte duur en leek ik opnieuw in de illusie te zijn vervallen, kort nadat een heel ander en mogelijks veel realistischer beeld dan datgene wat ik gewend was, zich had aangediend.


Fast forward naar heel wat jaren en moedig innerlijk werk later.


Ik kijk niet langer in de spiegel om te kunnen oordelen en veroordelen, om mijn waardigheid na te gaan en te bepalen op basis van een vervormde perceptie. Ik kijk in de spiegel en zoek Waarheid. Vooral de waarheid die eigen is aan mij.



Weg uit de wereld van de eeuwig onhaalbare standaarden, de veeleisendheid, de spiraal waarbij ik mij verlies in een perfectie die nooit ofte nimmer bereikt kan worden.

Ik wil nu graag excelleren met liefde, compassie en aarding.


Ik beweeg steeds meer van veeleisendheid en perfectie - hoewel deze er zeker nog af en toe in sluipen! - naar excellentie. Ik excelleer graag in wat ik doe, niet omdat ik ‘de beste’ wil zijn - ik denk overigens dat dat niet bestaat - maar wel omdat ik de meest vrije, ontwikkelde, en authentieke ‘ik’ wil zijn die ik kan zijn. De ‘beste’ ik, als het ware - hoewel ik alsmaar meer allergie voel naar het woord ‘beste’ toe.

De meest ik-achtige ik, dat is iets tussen mij en mezelf, niet tussen mij en anderen of mij en de wereld. Vroeger was ik in gevecht met mezelf, en aldus met de wereld (of was het omgekeerd?). Nu besef ik elke dag een beetje meer dat ik niet hoef te vechten. Dat er geen wezenlijke vijand is. Dat ik mag verzachten en kwetsbaar zijn en tegelijk veilig ben. Ik blijf natuurlijk ‘uitkijken’, net als een zwaan halsreikend uitkijken naar wat er in mezelf en om me heen gebeurt - maar dit hoeft niet langer te gebeuren vanuit een ongelooflijke spanning. Vanuit een chronisch gevoel van onveiligheid.



Ik wil graag nog veel dingen bereiken. Ik wil graag weten wat ik allemaal kan. Vanuit mijn essentie, vanuit mijn genialiteit en potentie als mens, als levend wezen. Ik wil graag alle zijden van mezelf ontdekken, en spelen. Op avontuur uit gaan. Mezelf beleven. LEVEN.

Ik streef nog steeds ergens naartoe, maar vanuit liefde. Mijn voelsprieten zijn na een lange gevoelloosheid weer geactiveerd. Ik kan ze bijgevolg gebruiken om te voelen wat goed voor me is en wat niet. Ik kan nu beroep doen op mezelf om mezelf een halt toe te roepen wanneer mijn wens om te excelleren toxisch wordt. Soms is de zwarte zwaan een heel subtiele aanwezigheid. Ze sluipt er soms stiekem in, en toch hou ik van haar. Ze heeft mij zo veel geleerd. Ik ben lang in haar aanwezigheid geweest, tot ik het er een beetje mee gehad had. Tot ik een andere weg wilde inslaan.

Jezelf tijd geven. En jezelf niet veroordelen. Waarom zou je? Alles is toch aanwezig met een reden? Waarom zou je het jezelf moeilijker maken? Dat is niet nodig.

Ik wil mijn grenzen opzoeken, mijn horizonten verkennen. Ik wil ook stretchen, kijken wat er nog allemaal kan. Opnieuw, vanuit liefde, vanuit het mezelf gunnen om een rijke ervaring te hebben van het leven dat eigen is aan mij. Ik wil mijn grenzen niet langer opzoeken om er dan over te gaan, of mijn horizonten afgaan om dan tot de conclusie te komen dat het nog niet genoeg is. Dat is echt verleden tijd.

Ik zou dit vermoeiende pad niet langer kunnen bewandelen, zelfs niet als ik het echt wilde. Dit pad is niet langer aantrekkelijk. Ik kan er geen vijf seconden op wandelen. Dat is ook het geschenk geweest van zo in het extreme gaan. We leren kennen wat we niet wensen voor onszelf, ook als het lange tijd onze toevlucht is geweest…. Simpelweg, omdat we op zoek waren naar meer veiligheid, en het pad van toen dat tijdelijk bood.



Ik ben nog altijd gek op klassieke muziek. Het brengt meteen de grootsheid bij me terug die het leven, en alle expressievormen die daarbinnen vallen, voor mij vertegenwoordigt. Het royale ballet met de prachtige kostuums, de ontzagwekkende sierlijkheid, het meesterschap dat zich daar manifesteert en de alles overstijgende muzikale symfonieën.

Ik ben ook gek op vele andere muziekstijlen. Ik hou van vrije lichaamsexpressie, beweging die van binnenuit komt - los van hoe elegant ik eruit zie. Geen beweging opgelegd door een positie of een houding, en al helemaal niet door een externe choreograaf - hoewel ik hen diep waardeer en bewonder.

Nu is mijn innerlijke choreograaf aan zet, en wat wilt die zich bevrijden. Hij/zij creëert soms de meest gekke bewegingen en expressievormen, en wat is dat genieten. Soms blijf het nog gek, vooral omdat ik zo gewend ben aan het ‘volgen’ van iets extern. Echter, de impulsen van binnenuit zijn geniaal - en wat mijn lichaam op dat moment doet is zichzelf helen. Van de restanten van anorexia nervosa, van de perfectie en veeleisendheid, de opmerkingen over mijn lichaam (al dan niet in de context van de balletwereld). Van blikken die pijn deden, de mijne en degene van anderen.

Het lichaam moet zich kunnen bewegen op eigen wijze. Wat heerlijk om dat nu te kunnen volgen en respecteren.

Ik hoef niet meer afhankelijk te zijn. Ik kom op mijn pootjes terecht. Of mijn pointes. Wat ook het ‘best’ aanvoelt, op dat moment.



Liefs,

Steffi

Comments


bottom of page